Verhaspeling van spreekwoorden en gezegden is echt overal. Iedereen doet het in meer of mindere mate en ik vind verhaspeling leuk. Het zet je aan het denken. Hoe was dat spreekwoord of gezegde ook alweer écht en wat betekent het?
Voor de goede orde, Van Dale geeft de volgende betekenissen:
- een gezegde is een “vaste, idiomatische verbinding van woorden, met figuurlijke betekenis….” (een vrolijke Frans)
- een spreekwoord is een “uitspraak met een algemene levenswijsheid of morele implicatie, waarvan de vorm vrijwel onveranderlijk is.” (oost, west, thuis best)
Het is dus niet de bedoeling, dat je er veel aan verandert. ‘Een vrolijke Jan’ betekent echt iets heel anders.
“Appeltje, eitje” is een veel misbruikte. Het is een ongeautoriseerde samenvoeging van ‘een eitje’ (een makkie) en ‘voor een appel en een ei’ (voor weinig).
Nog een. “Wij zitten na te denken aan” is een kluts van ‘wij zitten na te denken over….’, en ‘wij denken aan….’.
En een derde. “Een veeg teken aan de wand” verdubbelt de slechte voortekenen van ‘een veeg teken’ en ‘een teken aan de wand’.
O.k., een laatste. “Hij is gestorven in zijn harnas” wist Frits Barend onlangs op radio 1 te vertellen over de dood van wielergrootheid Gerrie Knetemann. Die was namelijk tijdens een fietstocht getroffen door een fatale hartaanval. Het gezegde luidt ‘gestorven in het harnas’ en slaat op ‘tijdens zijn werk’. Als Gerrie echt ‘zijn’ eigen harnas had gedragen op de fiets, is het niet verwonderlijk dat hij tijdens de klim het leven heeft gelaten. Natuurlijk gun je dit niemand, maar je ziet het al voor je.